Het proces
Voordat we beginnen met een toelichting op het vertrekpunt, de uitgangspunten en een toelichting op hoofdlijnen willen we u kort meenemen in het proces van totstandkoming van deze Kadernota.
LIST
Voor 1 februari van dit jaar zijn de uitgangspunten voor de begroting 2026 c.a. met u gedeeld via de LIST. Dit is voor ons het startpunt van de nieuwe cyclus, waaronder ook de Kadernota valt. De eerste stap in dit proces is dat er vanuit de organisatie een groslijst van onderwerpen wordt aangedragen. Deze groslijst bevat alleen de onderwerpen en verder geen uitgewerkte toelichting en/of financiële consequenties. We hebben ervoor gekozen om in eerste instantie alle onderwerpen uit te werken en op basis van de uitwerking verdere keuzes te maken voor het wel of niet opnemen in de Kadernota. De verdere beoordeling van de onderwerpen van de groslijst is vooral gebaseerd op wat volgens ons echt onontkoombaar en noodzakelijk is én tevens passend is binnen een sluitende begroting voor 2026 (zie 'Ontwikkelingen Kadernota -> Nieuw of gewijzigd beleid' en 'Ontwikkelingen in beleid').
Ondertussen hebben we met u afgesproken dat we in de Kadernota zowel van de door ons gehonoreerde onderwerpen en financiële doorrekening daarvan, als de vervallen onderwerpen en financiële doorrekening laten zien (zie <Financiële samenvatting>).
Vervallen onderwerpen
Voor wat betreft de vervallen onderwerpen hebben we op basis van een aantal criteria een volgorde van prioritering (score) gehangen. Doel hiervan is, dat bij eventueel toekomstige financiële ruimte de Raad kan aangeven om onderwerpen toch mee te nemen in de uiteindelijke begroting(en). Deze criteria staan toegelicht in 'Financiële samenvatting'.
In 'Ontwikkelingen Kadernota -> Samenvatting Kadernota' hebben we als samenvatting van de Kadernota de doorrekening opgenomen van de financiële vertaling van de opgenomen onderwerpen naast de ontwikkelingen in bestaand beleid c.a en de ontwikkeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds.
Hier vindt u ook een doorrekening van het financiële effect van de vervallen onderwerpen op het begrotingssaldo.
Samengevat
Samengevat komen we hiermee tot een sluitende begroting voor de jaren 2026 en 2027.
Vertrekpunt voor deze Kadernota
Het vertrekpunt voor deze Kadernota is de meerjarenreeks 2026-2029 uit de begroting 2025-2028.
Naast de gevraagde middelen voor ontwikkelingen in het kader van nieuw beleid is in deze Kadernota ook de meicirculaire 2025 meegenomen. Voor een verdere toelichting verwijzen we u naar <Ontwikkelingen Kadernota - Gemeentefonds>.
Uitgangspunten Kadernota
De uitgangspunten bij deze Kadernota zijn:
Ontwikkeling begroting
Voor het meerjarenperspectief voor de begroting 2026-2029 koersen we vanuit deze Kadernota op een structureel sluitende begroting voor het jaar 2026. Hiermee voldoen we aan het toetsingskader van de provincie om voor 2026 onder repressief toezicht te kunnen vallen. Voor het meerjarenperspectief zullen in de komende tijd nadere lijnen in samenspraak met de Raad worden uitgezet. Zie hiervoor het Raadsvoorstel Strategische Heroriëntatie.
Indexering en prijscompensatie
Eerder dit jaar zijn op de LIST de uitgangspunten voor de Kadernota 2026-2029 en de begroting 2026-2029 geagendeerd. Voor de berekening van het netto-effect van de meicirculaire voor deze Kadernota houden we door middel van stelposten rekening met de verwachte loon en prijsstijgingen.
De prijsstijgingen van verschillende producten hebben zeker hun impact op onze begroting(en) en jaarrekening(en). Zie hiervoor ook <Ontwikkelingen Kadernota - Bestaand beleid>.
Algemene uitkering (AU) - nieuw beleid
Indien voor nieuw beleid, waaronder de zogenaamde taakmutaties, financiële middelen opgenomen zijn in de algemene uitkering, gaan we uit van een budgettair neutraal effect op het saldo.
Algemene uitkering (AU) - ontwikkelingen in bestaand beleid
Voor areaal, loon- en prijsontwikkelingen zijn financiële middelen opgenomen in de algemene uitkering. Op basis hiervan reserveren we een bedrag in de Kadernota. Hiermee kunnen we onder andere de reeds in deze Kadernota vermelde onderwerpen met betrekking tot bestaand beleid dekken.
Incidentele posten (AR)
Voor incidentele lasten (looptijd van 1-3 jaar) met betrekking tot diverse onderwerpen in deze Kadernota hanteren wij de lijn, dat deze ten laste van de algemene reserve (AR) worden gebracht. In de algemene reserve wordt rekening gehouden met deze uitname.
Hiermee creëren we een meer zuiver beeld van ons begrotingssaldo. Op grond van de voorschriften hebben we de verantwoordelijkheid om een begroting vast te stellen die structureel en reëel in evenwicht is. Op basis van dit criterium toetst de Provincie onze begroting. Overigens hanteren we de lijn van incidentele posten ten laste van de AR inmiddels al meerdere jaren. Zie hiervoor ook het overzicht van de algemene reserve in <Reserves en weerstandsvermogen>.
Werkmaatschappij 8KTD (BVO-ICT)
Voor ICT werken we nog een periode met elkaar samen in de vorm van een lichte gemeenschappelijke regeling. Inmiddels is de conceptbegroting 2026-2029 van de Werkmaatschappij in de Raad van mei aan de orde geweest. De financiële effecten hiervan zijn in deze Kadernota meegenomen onder bestaand beleid. De tijdelijke samenwerking geeft beide gemeenten de kans zich te oriënteren op een nieuwe inbedding van ICT-taken in de eigen organisatie of elders.
Ombuigingen
In het kader van de jaarrekening 2026 is de stand van zaken met betrekking tot de ombuigingen geactualiseerd. Op basis van de motie van het CDA bij de behandeling van de Kadernota 2024-2027 is besloten om het pakket van de nog niet gerealiseerde ombuigingen tegen het licht te houden en de uitkomsten (en verwerking) hiervan mee te nemen in de begrotingen.
Voor de begroting 2025 en begroting 2026 en verder resteren nog de volgende ombuigingen:
- Kostendekkende leges Ruimtelijke Ordening
- Verhoging opbrengst OZB (lijn 4 Inkomsten verhogen)
Hieronder in het kort een nadere toelichting op de stand van zaken.
Kostendekkende leges Ruimtelijke Ordening
Het halen van de taakstelling voor kostendekkende leges Ruimtelijke ordening is nog onzeker. Dit is vooral afhankelijk van de te maken keuzes en besluitvorming over de (hoogte van de) nieuwe leges op basis van de Omgevingswet. De leges omgevingsvergunningen worden geheven conform de vastgestelde legesverordening. Het jaar 2024 was het eerste jaar waarin de Omgevingswet en de desbetreffende leges van toepassing waren. Op basis van de ervaringscijfers en ook in vergelijking met de hoogte van de leges in omliggende gemeenten zullen de leges de komende jaren in de legesverordeningen worden opgenomen. Het streven naar zoveel mogelijk kostendekkende tarieven wordt aangehouden. Voor 2025, 2026 en volgende jaren wordt nu eerst voortgeborduurd op de cijfers van 2024.
Verhoging opbrengst OZB (lijn 4 Inkomsten verhogen)
Deze taakstelling was conform de besluitvorming bij de begroting 2023-2026 verwerkt in de begroting in de begroting 2024-2027. Uitvoering hiervan zou betekenen dat er in 2025, 2026 en 2027 telkens nog 2,5% extra OZB-verhoging boven op de nominale ontwikkeling bij komt. Bij de behandeling van de begroting 2025-2028 is met de Raad afgesproken, dat we gezien het begrotingsresultaat van 2025 en de forse stijging van de afvalstoffenheffing en rioolheffing er voor gekozen hebben, om voor 2025 een bescheiden nominale ontwikkeling voor de OZB tarieven van 2% (prijsindex = 5,1%) door te voeren en de extra verhoging van driemaal 2,5% door te schuiven naar de jaren 2026, 2027 en 2028.
Dat wil zeggen dat de meeropbrengst voor de jaren 2026, 2027 en 2028 al wel in de begroting 2025-2028 en deze Kadernota is verwerkt.
Business cases
In deze Kadernota is een aantal business cases opgenomen. Deze business cases zijn beoordeeld op de mogelijkheden van terugverdienen van de hiervoor te maken kosten, of dekking vanuit andere bronnen. Op dit moment is alleen de Praktijk Ondersteuner Huisarts (POH) vertaald in deze Kadernota. Het betreft de volgende onderwerpen.
- Praktijk Ondersteuner Huisarts (POH)
- Gebiedsmedewerker Jeugd in de school (GIS)
- Capaciteit voor projectondersteuning tbv voortgang van (woningbouw)projecten
- Capaciteit voor projectleiding om recht te doen aan huidige ambities (woningbouw)projecten
Nadere toelichting reeds verwerkte business case
Praktijk Ondersteuner Huisarts (POH)
Er wordt een uitgewerkte business case opgezet voor de POH (praktijkondersteuner Jeugd bij de huisarts). Vanuit eerdere evaluatie is gebleken dat er een positief effect van de inzet uitgaat. Aan de ene kant levert de inzet tijd op voor de huisarts voor andere zaken. Voor de gemeente betekent de inzet meer aandacht en invloed. Dit kan preventief werken, alsook zorgen voor gerichtere inzet van zorg. De preventie kan bestaan uit meer gerichte en goedkopere jeugdzorg inzet door meer gebruik te maken van algemene voorzieningen. De verwachting is dat de inzet leidt tot lagere jeugdzorgkosten. We verwachten dat de kosten van deze inzet zich dus terug verdienen en voor de Kadernota en begroting budgettair neutraal zijn. De dekking van de inzet van de POH vindt plaats vanuit de beschikbare jeugdbudgetten. Er zal monitoring en evaluatie in de opzet van de business case worden meegenomen.
Nadere toelichting overige business cases
Gebiedsmedewerker Jeugd in de school (GIS)
Voor 2025 en 2026 zijn de kosten van de inzet van GIS (gebiedsmedewerker Jeugd in de school) incidenteel in de begroting opgenomen. Bij de kadernota 2027 zal er gekeken worden of en zo ja de kosten een structureel karakter moeten krijgen. Dit zou dan middels een business case opgepakt kunnen worden. Analoog aan de POH zodat deze kosten vanuit jeugdbudget gefinancierd kunnen worden. Mogelijk gaat dit ook gelden voor de inzet van de jongerenwerkers in voortgezet onderwijs. Middels monitoring en evaluatie zal één en ander in beeld gebracht worden.
Capaciteit voor projectondersteuning ten behoeve van voortgang van (woningbouw)projecten en Capaciteit voor projectleiding om recht te doen aan huidige ambities (woningbouw)projecten
Om de voortgang van onze projecten te waarborgen, is het essentieel dat voldoende capaciteit beschikbaar is voor zowel projectleiding als projectondersteuning. Een mogelijke manier om deze extra capaciteit te financieren, is door plankostenbijdragen en uren die binnen grondexploitaties vallen, als dekking te benutten.