Elk jaar is de inhoud van de meicirculaire van het ministerie van BZK van groot belang voor de inkomstenkant van de gemeentebegroting. In deze circulaire schetst het ministerie namelijk de financiële kaders die gelden voor de nieuwe begrotingsjaren.
Jaarlijks verschijnen meestal drie circulaires. De meicirculaire geeft de vertaling van de Voorjaarsnota van de rijksoverheid, de septembercirculaire geeft de vertaling van de Miljoenennota en de decembercirculaire is op basis van de Najaarsnota en rondt het uitkeringsjaar zoveel mogelijk af.
De meicirculaire 2025 is woensdag 28 mei verschenen. Deze circulaire bevat informatie over de demping terugval in het gemeentefonds, tekorten in het budget voor jeugdzorg en de actualisatie van het volume accres en LPO accres op basis van de Voorjaarsnota 2025.
De doorrekening van de meicirculaire geeft het volgende positieve beeld. Hierbij is wel rekening gehouden met het bijstorten in de stelpost loon en prijsontwikkelingen en nog een reservering voor mogelijke loon- en prijsontwikkelingen die nog niet voor deze Kadernota in beeld zijn gebracht. Te zijner tijd komen we daar in het kader van de begroting 2026-2029 op terug.
Op basis van de meicirculaire maken we eerst een zogenaamde brutoberekening. Deze berekening houdt in dat we op basis van de nieuwe ontwikkelingen in de meicirculaire bepalen wat het nieuwe bedrag is voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Deze nieuwe uitkomst zetten we af tegen de berekening van de begroting 2025-2028.
Daarna gaan we bepalen, waar we voor de begroting 2026-2029 mee rekening mee moeten houden als ontwikkelingen. Dit betreft voor deze circulaire loon-, prijs en accres ontwikkeling. ontwikkelingen Jeugd en taakmutaties. Hiervoor nemen we stelposten op en zo komen we op de zogenaamde nettoberekening. Deze uitkomst heeft invloed op het begrotingssaldo.
De netto ontwikkeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is als volgt opgebouwd.
(x € 1.000)
Ontwikkeling Algemene uitkering gemeentefonds o.b.v. meicirculaire |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
---|---|---|---|---|
Berekening algemene uitkering meicirculaire |
76.577 |
76.686 |
74.476 |
75.233 |
Berekening algemene uitkering begroting 2025-2028 |
69.805 |
70.284 |
70.263 |
70.616 |
Bruto toename |
6.772 |
6.402 |
4.213 |
4.617 |
waarvan te reserveren voor |
|
|
|
|
Loon- , prijs- en accresontwikkelingen begroting 2026 |
-2.800 |
-2.800 |
-2.800 |
-2.800 |
Ontwikkelingen Jeugd |
-2.500 |
-2.500 |
-2.500 |
-2.500 |
Taakmutaties |
-68 |
-63 |
-63 |
-63 |
Netto toename |
1.404 |
1.039 |
-1.150 |
-746 |
We hebben ervoor gekozen om vanuit de bruto toename van de algemene uitkering voor de begroting 2026-2029 voor de volgende onderdelen middelen te reserveren:
- Loon-, prijs en accresontwikkelingen begroting 2026
- Ontwikkelingen Jeugd
- Taakmutaties
Loon-, prijs en accresontwikkelingen begroting 2026
De basis voor de begroting 2026-2029 is de begroting 2025-2028. Deze begroting is in zogenaamde constante prijzen opgesteld (prijspeil 2025). Dat wil zeggen dat we voor de begroting 2026-2029 zowel voor de lasten als de baten de begroting moeten vertalen naar het verwachte prijspeil voor 2026. Hiervoor werken we net als vorig jaar met een stelpost voor loon- prijs en accresontwikkelingen. Gedurende de werkzaamheden voor de begroting 2026-2029 beoordelen we voortdurend welke ontwikkelingen in het bestaand beleid onder deze categorie vallen. Straks bij het vaststellen van de begroting bepalen we of er een restant of tekort is op deze post. In beide gevallen verrekenen we dat met het begrotingssaldo.
In 2025 hadden we een stelpost van € 3,8 miljoen. Uiteindelijk is er voor € 3,2 miljoen gebruik gemaakt van deze post.
Voor 2026 gaan we op basis van de verwachte ontwikkelingen ervan uit dat we een stelpost van € 2,8 miljoen nodig hebben.
Ontwikkelingen Jeugd
Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota 2025 middelen toegevoegd aan het gemeentefonds voor de jaren 2025, 2026 en 2027. Daarmee is voor deze jaren de belangrijkste financiële klem voor gemeenten weggenomen. Per 2028 wijzigt het financiële beeld. Het kabinet gaat ervan uit dat de maatregelen uit de Hervormingsagenda dan hun beoogde effect zullen hebben. Daarnaast wil het kabinet inzetten op extra maatregelen om de kosten van het stelsel verder te beheersen.
In de begrotingswijzigingen van juni hebben we voor 2025 al een voorlopig verwachte nadelige ontwikkeling meegenomen van € 1,1 miljoen. Of dit voldoende voor 2025 is, is nu nog niet bekend. We komen hier in de loop van 2025 nog op terug. We hebben verschillende doorrekeningen gemaakt voor een verwachte uitkomst van de middelen voor Jeugd. Deze schommelen tussen de € 1,1 miljoen en € 3,2 miljoen. Ons voorstel is om voor de Kadernota 2026-2029 en de begroting 2026-2029 eerst uit te gaan van een bedrag van € 2,5 miljoen aan te verwachten meerkosten ten opzichte van de huidige begroting.
Vanuit de VNG is enerzijds in het overleg met het kabinet het belang van een financieel houdbaar stelsel onderschreven en de medeverantwoordelijk hiervoor gedeeld. Tegelijkertijd heeft de VNG serieuze vraagtekens geplaatst bij de haalbaarheid van de reeks zoals die nu vanaf 2028 vertaald is via de meicirculaire 2025 in de Algemene uitkering van het gemeentefonds. Het doorvoeren van deze reeks vergt ingrijpende wijzigingen binnen het stelsel en bijbehorende wetswijzigingen. Denk bijvoorbeeld aan de inperking van de reikwijdte van de jeugdzorg. De inwerkingtreding van het desbetreffende wetsvoorstel is voorzien voor midden 2027. Het zal daarna nog de nodige tijd vergen voordat dit werkelijk (financieel) effect sorteert. Voor de overige initiatieven geldt hetzelfde. De VNG heeft daar (nog) niet mee ingestemd.
Kortom, wij achten de nu vanaf 2028 voorziene reeks te ambitieus. Daarnaast wordt er geen indexatie van de kosten voor jeugdzorg toegepast, zoals dit door de deskundigencommissie was aanbevolen. De VNG heeft uitgesproken dat gemeenten in lijn met artikel 108, lid 3 Gemeentewet verantwoordelijkheid nemen voor de ontwikkelingen en initiatieven die binnen de eigen invloedsfeer van gemeenten vallen. Dat is niet het geval voor het financiële risico voor zaken die buiten de directe invloedsfeer van gemeenten liggen.
Meer concreet hebben het kabinet en de VNG afgesproken de deskundigencommissie Van Ark te vragen om vervroegd in het eerste kwartaal van 2027 een uitspraak te doen over haalbaarheid van het financieel kader vanaf 2028. Met de vermelde afspraken is voor de periode 2025 tot en met 2027 met de inzet van kabinet en VNG en de steun van beide Kamers de financiële druk bij gemeenten in de komende jaren voor een aanzienlijk deel weggenomen. Dat biedt de ruimte om de inzet op de transformatie van het jeugdstelsel samen met het rijk en de partners te versterken. Gemeenten hebben daarin een cruciale rol en zijn in staat het verschil te maken. Tegelijkertijd zijn we ervan doordrongen dat met de Voorjaarsnota 2025 en de aanvullende afspraken nog niet alle problemen zijn opgelost en er een gat resteert. Samen met het rijk en de partners moeten we anticiperen op de fase daarna. De komende tijd is het zaak om stappen te zetten die gemeenten in staat stellen ook na 2028 hun rol en verantwoordelijkheden ten volle te kunnen waarmaken.
Taakmutaties
Daarnaast zijn voor een viertal taakmutaties middelen opgenomen. Onze lijn is dat we deze middelen voorlopig reserveren en vervolgens later op basis van concrete plannen overhevelen naar de desbetreffende programma's.
In het onderstaande overzicht hebben we de bruto toename meer in detail in beeld gebracht. Hierin is bijvoorbeeld goed te herkennen wat het effect van de maatregelen voor Jeugd op basis van de Voorjaarsnota is. We zien hiervoor de jaren 2026 en 2027 een forse toename, echter vanaf 2028 weer een enorme terugval in de middelen.
(x € 1.000)
Bruto toename in detail |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
---|---|---|---|---|
Ontwikkelingen algemeen |
|
|
|
|
Loon, prijs en accres ontwikkelingen |
3.844 |
3.623 |
3.483 |
3.831 |
VJN 2025 Mutaties Jeugd |
|
|
|
|
Demping terugval gemeentefonds |
693 |
741 |
728 |
734 |
Tekorten voor rekening Rijk |
727 |
738 |
741 |
743 |
Groeipad maatregelen Hervormingsagenda |
863 |
790 |
58 |
58 |
Eigen bijdrage jeugdzorg |
- |
- |
-428 |
-429 |
Sturen op trajectduur jeugdzorg |
- |
- |
-112 |
-112 |
Indexeren opbrengst Hervormingsagenda |
- |
- |
-834 |
-837 |
Hervormingsagenda Jeugd |
578 |
446 |
515 |
567 |
Sturen op trajectduur jeugdzorg |
- |
- |
-112 |
-112 |
Totale ontwikkeling Jeugd |
2.861 |
2.715 |
668 |
724 |
|
|
|
|
|
Taakmutaties |
|
|
|
|
Kinderopvang pleegouders |
5 |
5 |
5 |
5 |
Aanpassen regeling dienstverlening aan huis |
3 |
3 |
3 |
3 |
Antidiscriminatie voorzieningen |
5 |
0 |
0 |
0 |
Impulsbudget sociale infrastructuur |
55 |
55 |
55 |
55 |
Totaal taakmutaties |
68 |
63 |
63 |
63 |
|
|
|
|
|
Totaal bruto toename |
6.773 |
6.401 |
4.214 |
4.618 |