De Werkmaatschappij kent alleen voorzieningen, die wettelijk nodig zijn voor de reguliere bedrijfsvoering. Voor 2022 geldt dat de Werkmaatschappij een voorziening heeft met betrekking tot voormalig personeel en flankerend beleid.
(x € 1.000)
Voorzieningen |
Boekwaarde 1.1.2022 |
Vermeerderingen |
Verminderingen |
Boekwaarde 31.12.2022 |
Verplichtingen en verliezen (BBV - art. 44a) |
600 |
360 |
853 |
107 |
Voorziening spaarverlof |
- |
673 |
- |
673 |
Voorziening herwaardering functies |
- |
400 |
- |
400 |
TOTAAL |
600 |
1.433 |
853 |
1.180 |
Voorzieningen voor verplichtingen en verliezen
Voorziening voormalig personeel en flankerend beleid
Binnen de Werkmaatschappij is sprake van frictiekosten voor (voormalige) medewerkers, waarmee in het kader van-werk-naar-werk trajecten afspraken zijn gemaakt onder andere in vaststellingsovereenkomsten.
De frictiekosten bestaan enerzijds uit kosten voor flankerend beleid en anderzijds uit kosten voor voormalig personeel. Deze frictiekosten gaan over formatie, die opnieuw moet worden ingevuld en geen relatie hebben met het traject van procesoptimalisatie en ombuigingen. Voor deze frictiekosten moet op grond van de voorschriften een voorziening binnen de Werkmaatschappij worden gevormd. In totaal is in 2022 een bedrag van € 360.000 in de voorziening gestort. In 2022 is vanuit deze voorziening voor € 799.000 aan verplichtingen betaald. De voorziening is toereikend voor de nog uitstaande verplichtingen.
Voorziening spaarverlof
In 2022 is de CAO-gemeenten 2021-2022 vastgesteld. Medewerkers kunnen op basis van deze CAO vanaf 1 januari 2022 bovenwettelijk verlofuren sparen. De uren die zijn gespaard onder het verlofsparen verjaren niet en hiervoor dient volgens de BBV een voorziening te worden gevormd. De uitgangspunten vanuit het BBV zijn als volgt:
- Voor het wettelijke verlofsaldo per 31 december wordt geen voorziening getroffen. Doordat dit verlof binnen twee jaar moet worden opgenomen, zal dit saldo niet bovenmatig zijn en geen spaarsaldo betreffen. Hier is sprake van een verplichting van gelijke omvang.
- Voor het spaarverlof zoals dit vanaf 2022 van toepassing is, moet een voorziening worden opgenomen omdat hier sprake is van een spaarsaldo dat in de tijd, naar verwachting, niet van gelijke omvang zal zijn. In de opbouwjaren zal naar verwachting vooral sprake zijn van toevoegingen en groei van de omvang van het spaarsaldo.
- Voor het bovenwettelijke verlof waarvan aangetoond kan worden dat dit een gelijke omvang kent en voor zover dat niet het karakter heeft van overmatige verlofsaldi of spaarsaldi mag geen voorziening te worden opgenomen. Voor het bovenwettelijke verlof dat geen gelijke omvang kent en/of bestaat uit overmatige verlofsaldi of spaarsaldi moet een voorziening worden opgenomen.
Voor de jaarrekening 2022 hebben we de verlofsaldi nader geanalyseerd om te bepalen of er een voorziening gevormd moet worden en welk omvang deze heeft. Uiteindelijk moet er voor 117 personen een voorziening worden gevormd voor gemiddeld bijna € 6.000 per persoon. dit vertegenwoordigt een uren aantal van ruim 16.000 uren. Voor de jaarrekening betekent dit dat er voor een bedrag van € 673.000 een voorziening ten laste van de exploitatie wordt gevormd. De coronaperiode van de afgelopen jaren, de werkdruk en een overspannen arbeidsmarkt maken dat veel personeelsleden een verlofrestant hebben opgebouwd.
Voorziening herwaardering functies
In de jaarlijkse herwaarderingsronde is het aantal te herwaarderen functies voor 2022 zeer stevig toegenomen. Het gaat hierbij om een totaal van 69 personen (vanuit alle domeinen) waarvan ongeveer 40 in een hogere functieschaal zijn ingedeeld. Het financiële effect hiervan is op jaarbasis naar verwachting € 400.000. Dit bedrag is gebaseerd op de voorlopige uitkomsten. Het onderzoek naar de definitieve indeling loopt nog.
Omdat het om een voorlopig indelingsadvies gaat en omdat het nabetalingen over 2022 gaat, hebben we hiervoor een voorziening gevormd ten laste van de jaarrekening 2022.