De gemeente heeft zelf een grote mate van beleidsvrijheid om de heffingsmaatstaf en belastingplichtige voor de rioolheffing te bepalen. Bij de invoering van rioolheffing in 2006 zijn de volgende uitgangspunten voor het tariefbeleid geformuleerd:
- Bij de totstandkoming van de rioolheffing geldt het uitgangspunt dat het 100% kostendekkend plaatsvindt. Er kan een korting worden gegeven door middel van een onttrekking uit de voorziening om fluctuaties in tarieven te egaliseren.
- Heffing op basis van vaste tarieven bij gebruiker en eigenaar.
In het lopende gemeentelijk rioleringsplan zijn een aantal maatregelen vastgesteld die noodzakelijk zijn om het rioleringsstelsel klimaatrobuust te maken. Een belangrijk speerpunt is het investeren in regenwaterstructuren waarmee de afvoer van regenwater los wordt gekoppeld van het reguliere rioleringsstelsel. Hiermee kunnen extreme regenbuien die steeds regelmatiger voorkomen beter worden opgevangen. Om al deze maatregelen te kunnen financieren naast de reguliere vervanging van het riool is een verhoging van de rioolheffing noodzakelijk, mede ook omdat we in 2023 geconfronteerd worden met extra kostenstijgingen i.v.m. de hoge inflatie. De volledig noodzakelijke verhoging van de rioolheffing wordt echter niet doorgerekend aan de inwoners. Er wordt uit de egalisatievoorziening een onttrekking gedaan om de stijging af te vlakken.
- Er wordt een korting gegeven op de rioolheffing van € 39,84 voor zowel rioolaansluiting als IBA's.
- Verhoging van de rioolheffing met € 12,72 voor zowel rioolaansluitingen als IBA's
Bij het vaststellen van de tarieven is rekening gehouden met een onttrekking uit de voorziening van € 480.000. Op deze wijze kunnen fluctuaties in tarieven worden geëgaliseerd.
Tarieven rioolheffing |
Begroting 2022 |
Begroting 2023 |
Verschil |
Verschil % |
Aangesloten op het riool of een IBA |
182,04 |
194,76 |
12,72 |
6,99% |
In onderstaande tabel wordt de kostendekkendheid van riolering weergegeven, zoals deze meerjarig is verwerkt in de begroting.
Onder de lasten worden alle lasten voor de rioolheffing verwerkt. Het taakveld riolering is het centrale taakveld. Hiervan wordt circa 90% in de heffing betrokken. Daarnaast worden kosten doorberekend van taakveld belastingen overig, dat zijn de kosten voor de heffing en invordering, alsmede kosten van taakveld wegen en vervoer, dat zijn met name kosten van tractiemiddelen, kosten van taakveld afvalinzameling, dat gaat om de kosten van straatreiniging. Voorts worden kosten van taakveld inkomensregelingen meegenomen, dat gaat om de kosten kwijtschelding rioolheffing. Over alle deze kosten wordt een opslag voor overhead meegenomen. Tot slot wordt de compensabele BTW meegenomen in de heffing.
Het totaal van alle kosten wordt omgeslagen over het aantal heffingsplichtingen, dat zijn de percelen met een rioolaansluitingen en percelen met een IBA.
(x € 1.000) |
Begroting 2022 |
Begroting 2023 |
Begroting 2024 |
Begroting 2025 |
Begroting 2026 |
lasten taakvelden inclusief omslagrente |
2.221 |
2.375 |
2.395 |
2.439 |
2.458 |
inkomsten taakvelden excl. heffingen |
111 |
111 |
111 |
111 |
111 |
netto lasten taakveld |
2.110 |
2.264 |
2.284 |
2.328 |
2.347 |
toe te rekenen lasten |
|
|
|
|
|
overhead incl. omslagrente |
270 |
299 |
301 |
307 |
309 |
BCF-BTW |
243 |
267 |
270 |
275 |
277 |
totale lasten |
2.623 |
2.830 |
2.855 |
2.910 |
2.933 |
-kosten per inwoner in hele euro's |
94 |
101 |
102 |
104 |
105 |
|
|
|
|
|
|
opbrengst heffingen |
2.197 |
2.350 |
2.855 |
2.910 |
2.933 |
dekking |
84% |
83% |
100% |
100% |
100% |