Het College heeft geconstateerd dat sommige zaken niet helemaal goed zijn gegaan. In dit onderdeel beschrijven we ook wat er is gebeurd en welke maatregelen worden genomen om dit in de toekomst te voorkomen.
Onderwerpen die de financiële rechtmatigheid/getrouwheid raken
1A - Overschrijding lasten programma's begroot versus werkelijke
1B - Overschrijding investeringsbudgetten (kredieten)
De afwijkingen op realisatiebasis van de investeringen ten opzichte van de begroting zijn allen acceptabel, omdat ze passen binnen het vastgestelde beleid van de Raad , maar echter niet tijdig konden worden gesignaleerd.
Voor het MFC Tytsjerk geldt aanvullend dat voor een deel van de overschrijding (€ 550.000) sprake is van een interpretatieverschil bij de uitleg van wet en regelgeving die zijn geconstateerd tijdens en na het verantwoordingsjaar inzake ander btw-regime. Een ander deel ziet toe op overschrijding inrichting openbaar gebied (€ 200.000). Ook is sprake van een mogelijk nog te ontvangen LEADER-subsidie (€ 225.000). Daarnaast zijn er nog overige kleine verschillen ten bedrage van € 43.000.
3 - Overige programma's met onderschrijding van lasten en/of onder-/overschrijding van baten
Op grond van de geformuleerde afspraken in de financiële verordening van de werkmaatschappij in artikel 12 is er geen sprake van onderschrijding van lasten en/of onder-/overschrijding van baten, zoals bedoeld op grond van het begrotingscriterium. De afwijkingen zijn tijdig gemeld en zijn daarmee rechtmatig.
B Voorwaardencriterium
Inkoop en aanbesteding
Er zijn drie bevindingen, die volgens de richtlijnen voor Europese aanbesteding en de kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV onrechtmatig zijn. Dit betreft twee afzonderlijke opdrachten aan architecten inzake het MFC Tytsjerk en het MFA Jistrum.
In beide gevallen is de opdrachtwaarde met meer dan 50% overschreden in verband met meerwerk. Er wordt voor beide gevallen wel een beroep gedaan op de bepalingen uit art. 2.163d Aw 2012. Wel hadden we van deze wezenlijke wijzigingen moeten aankondigen op het elektronische systeem voor aanbestedingen (art. 2.163d lid 5 en 6). Dit is niet gebeurd. hierdoor wordt in het ene geval een bedrag van € 26.815 als onrechtmatig aangemerkt en in het andere geval een bedrag van € 41.873.
Daarnaast is er sprake van een onrechtmatigheid bij aanbesteding van ingenieurs werkzaamheden. Het gaat hier om een bedrag van € 121.599.
Te samen vormt dat de post van € 190.287.
In 2024 heeft de ontvlechting geleidt tot een aantal onderhands verstrekte opdrachten die niet in lijn zijn met de Gids Proportionaliteit en zonder formeel afwijkingsbesluit zijn verleend. Dit leidt niet tot structurele fouten en de opdrachtwaarde per opdracht ligt onder EU-drempel. Het percentage afwijkingen van het inkoopbeleid die niet in lijn zijn met de Gids Proportionaliteit bedraagt 1,4%.
Jeugdhulp
In drie onderzochte dossiers is ontoereikende onderbouwing gevonden om te concluderen of de besteding rechtmatig is geweest. Vanuit de steekproef populatie zijn de geconstateerde onduidelijkheden naar een totale onzekerheid geëxtrapoleerd. Dit leidt tot een bedrag van € 67.953 aan formele onrechtmatigheid. Oorzaak is vooral gelegen in onzorgvuldige dossiervorming waarmee het procesverloop en de grondslag voor verstrekking niet is te herleiden.
C Misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium
Er zijn geen bevindingen geconstateerd ten aanzien van het misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium.