Afvalstoffenheffing

Afvalstoffenheffing

Het grootste deel (bijna 95%) van het tarief voor de afvalstoffenheffing bestaat uit de kosten voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Een klein deel van deze kosten wordt niet meegerekend in de heffing, omdat ze niet gerelateerd zijn aan het huishoudelijk afval. Het composteerterrein wordt voor 67,5% meegenomen in de heffing, omdat hier, naast tuinafval, ook groenafval uit gemeentelijke plantsoenen, bermen en sloten wordt verwerkt. Daarnaast worden ook kosten van andere taken meegenomen in de heffing, zoals een deel van de kosten voor de gebouwen van de buitendienst en een deel van de kosten voor inkomensregelingen (vooral de kwijtschelding van de afvalstoffenheffing).

Daarnaast worden ook overheadkosten toegerekend.

Voor 2025 is er een behoorlijke stijging van 7% nodig voor de afvalstoffenheffing. De totale kosten zijn met € 236.000 gestegen. Dit komt door een aantal belangrijke redenen:

• De personeelskosten voor onze eigen dienst zijn met € 94.000 gestegen. Dit komt door een reparatie voor de hoge inflatie in de afgesloten gemeente CAO.
• We verwachten dat het volume van verschillende afvalstromen stabiel zal blijven. De daling van het volume van restafval zal voorlopig niet verder doorzetten.
• De kosten voor het verwerken van verschillende afvalstromen zullen in 2025 aanzienlijk stijgen. De kostenstijging varieert van 6% tot 7,5%, wat een financieel effect heeft van € 118.000.
• Positief zijn de hogere inkomsten vanuit metaalopbrengst (€ 35.000) door betere scheiding van verschillende metaalstromen en gunstige prijzen voor grondstoffen. Daarnaast verwachten we dat de prijs van oud papier zal herstellen en dat we meer vergoedingen zullen ontvangen voor nascheiding en glasinzameling. Dit heeft in totaal een positief effect van € 38.000.
• Tot slot zien we het effect van inflatie ook bij de exploitatie en vervanging van voertuigen die nodig zijn voor de afvalinzameling. Dit heeft een effect van € 97.000. Het is echter belangrijk om op te merken dat we de afgelopen jaren langer hebben gereden met twee voertuigen dan de afschrijvingstermijn. Hierdoor hebben we aanzienlijke besparingen gerealiseerd doordat er geen jaarlijkse afschrijving was (ongeveer € 75.000).

In de tabel hieronder staat in hoeverre de kosten van de afvalstoffenheffing worden gedekt. Dit is verwerkt in de meerjarenbegroting. De inkomsten bestaan uit: afvalstoffenheffing, reinigingsrechten en opbrengsten van oud papier, metaal, textiel en glas.

Net als in 2024 wordt voorgesteld om niet alle kosten (€ 3.912.000) volledig te dekken met de afvalstoffenheffing. In plaats daarvan wordt er € 182.000 (2024: € 182.000) onttrokken uit de voorziening reiniging. In 2023 was er een werkelijke onttrekking van € 8.000 nodig vanuit de voorziening reiniging voor het afvalresultaat, terwijl er € 149.000 was begroot.

Het saldo van de voorziening reiniging op 31-12-2023 is € 675.000. Na aftrek van de tariefkorting voor 2024 en 2025 blijft er € 311.000 over.

Het voorstel is om vervolgens in de jaren 2026 en 2027 de tariefkorting te verminderen naar € 91.000 per jaar. Aan het einde van 2027 bedraagt het saldo van de voorziening dan € 129.000. Dit bedrag is voldoende om onverwachte tegenvallers binnen afval op te vangen. Vanaf 2028 zal het tarief dan weer 100% kostendekkend zijn en zal er geen tariefkorting meer van toepassing zijn.

Op deze manier wordt er gezorgd voor een stabiele ontwikkeling van de afvalstoffenheffing op de lange termijn en wordt voorkomen dat de afvalstoffenheffing in 2028 plotseling sterk stijgt.