Volgens het Verdrag van Maastricht mogen lidstaten geen tekort hebben van meer dan 3% van het Bruto Binnenlands Product. Het tekort of overschot van de decentrale overheden, dus ook gemeenten, maakt daar onderdeel vanuit.
Het EMU-saldo wordt bepaald door twee factoren:
- Het overschot of het tekort op de gemeenterekening
- Het saldo van investeringen minus afschrijvingen
Het is dus mogelijk dat gemeenten een sluitende begroting hebben maar dat er in EMU-termen toch sprake is van een tekort. Dat kan als er relatief veel wordt geïnvesteerd (gemeenten sturen op de kapitaallasten en niet op het investeringsbedrag als zodanig) of als er veel bestedingen ten laste van de reserves zijn.
Maatregelen die een gemeente kan nemen om het EMU-tekort terug te brengen, zijn:
- Uitstel van EMU-relevante grondaankopen
- Temporiseren van investeringen
- Activiteiten grondbedrijf onderbrengen in private contracten
- Huren/leasen in plaats van kopen
In onderstaande tabel is het verwachte EMU-saldo over de jaren 2022 t/m 2024 van onze gemeente weergegeven.
Omschrijving |
2022 |
2023 |
2024 |
(bedragen x € 1.000) |
Volgens realisatie t/m sept. 2022, aangevuld met raming resterende periode |
Volgens begroting 2023 |
Volgens meerjarenraming in begroting 2023 |
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) |
3.272 |
-2.746 |
906 |
Mutatie (im)materiële vaste activa |
-1.415 |
11.261 |
961 |
Mutatie voorzieningen |
-172 |
256 |
435 |
Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie |
-136 |
-100 |
-100 |
Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa |
- |
- |
- |
Berekend EMU-saldo |
4.651 |
-13.651 |
480 |