De gemeente heeft haar ruimtelijke ambities voor de langere termijn vastgelegd in structuurvisies voor het hele grondgebied en voor delen daarvan. Het gemeentelijk grondbeleid staat in dienst van deze ambities. Het grondbeleid is een middel om maatschappelijke doelen te bereiken, zoals wonen, werken, natuur, sport, cultuur, recreatie, zorg en onderwijs. Op 10 december 2020 is door de gemeenteraad een nieuwe “Nota Grondbeleid 2020 – 2024” vastgesteld, waarin de beleidsuitgangspunten staan. De gemeente kiest de komende jaren voor een situationeel grondbeleid. Per ontwikkellocatie of project wordt gezocht naar de gewenste vorm van grondbeleid: actief, facilitair of een van de vele tussenvormen (samenwerking).
Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
Het BBV bevat kaders en regels, waaraan de inrichting en verantwoording van onder meer begroting en rekening moeten voldoen. Het grondbeleid moet volgens het BBV inzichtelijk worden gemaakt. Dit is om twee redenen van belang. Op de eerste plaats gezien het grote financiële belang en de risico’s die hieraan verbonden zijn en op de tweede plaats vanwege de relatie met de doelstellingen, zoals aangegeven in de programma’s. Het grondbeleid kan tot extra baten, of extra lasten leiden en het grondbeleid moet het uitvoeren van programma’s ondersteunen.
Voor bouwgrondexploitaties in exploitatie (BIE) geldt een maximale looptijd van 10 jaar. Kostentoerekening aan complexen komt overeen met mogelijkheden voor kostenverhaal zoals benoemd in de Wro/Bro, en de Omgevingswet die vooralsnog ingaat per 1 januari 2023. De gemeente rekent rente toe die is gebaseerd op de werkelijke rente over het vreemd vermogen.
Zolang gronden nog niet als bouwgrond in exploitatie zijn genomen, staan deze op de balans onder de materiële vaste activa (MVA) als ‘strategische gronden’