Overheids- en burgerparticipatie
In het bestuursakkoord wordt nadrukkelijk aandacht gevraagd voor burgerparticipatie. Daarnaast is uiteraard ook onze rol als participant in burgerinitiatieven (overheidsparticipatie) een zeer actueel thema. We gaan de komende maanden met de raad in gesprek om met u toe te werken naar concretisering van de gewenste richting en resultaten.
Uitvoeringsplannen ANNO II
De gemeenten Achtkarspelen, Dantumadiel, Noardeast-Fryslân en Tytsjerksteradiel en de Provinsje Fryslân en Wetterskip Fryslân zijn de derde periode van samenwerking in gegaan. Hiervoor hebben zij een agenda opgesteld met een looptijd tot en met 2025. Samen willen ze de regio naar een hoger plan tillen, en in 2040 de topregio van Noord Nederland zijn als het gaat om wonen, werken en recreëren. Samen met de regionale samenwerkingspartners zetten ze de schouders er onder, langs het spoor van sûn, grien en ûndernimmend.
Begin 2022 is gestart met de uitwerking: welke resultaten willen we wanneer boeken, met welke maatschappelijke partners pakken we de opgaven op, welke middelen zijn daarvoor nodig en waar vinden we die? Dit verschilt per opgave. Sommige opgaven lopen nog door vanuit ANNO II en hebben fors de wind in de rug. Er zijn ook volledig nieuwe opgaven, die vanaf de basis moeten worden opgebouwd.
Op dit moment worden de opgaven nader uitgewerkt in uitvoeringsplannen. Past de uitwerking van de opgave in bestaande inhoudelijke en financiële kaders, dan beslissen de colleges, GS en DB van het Wetterskip er over. Past het niet en is er iets extra nodig, dan is dat een bevoegdheid van de raden en leggen de dagelijks besturen voorstellen voor de betreffende begrotingsprogramma's ter besluitvorming voor.
Zodra er meer zicht is op de planning van de besluitvorming over de uitvoering van de verschillende opgaven wordt dit inzichtelijk gemaakt. De raden, Provinciale Staten en het AB van het Wetterskip worden op de hoogte gehouden met een voortgangsrapportages.
Ontwikkelingen rondom gasleveranties door Gazprom
De oorlog in Oekraïne brengt met zich mee dat de rijksoverheid de inkoop van energie door overheden via Gazprom wil beëindigen per 10 oktober 2022 (vijfde sanctiepakket). In het huidige contract liggen de prijzen vast voor 2022 en voor 2023 is voor 50% van de gasinkoop (Gazprom) en 30% van de inkoop elektriciteit (DVEP) de prijs vastgeklikt. De markt wil op dit moment niet verder gaan dan deze percentages. Het is de bedoeling met ingang van 2024 over te gaan op lokaal ingekochte duurzame energie.
Na de nodige aandacht in de pers en vragen vanuit de Tweede Kamer heeft dinsdag 6 september jl. de Minister voor Klimaat en Energie een brief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin is aangekondigd dat aanbestedende diensten die daartoe een verzoek indienen, ontheffing wordt verleend van het vijfde sanctiepakket. Hierover is contact opgenomen met het Ministerie welke mondeling heeft bevestigd dat de Friese overheden de ontheffing (initieel tot 1 januari 2023) zullen ontvangen. Daartoe hoeft geen nieuw verzoek te worden ingediend. Gazprom gaat er zelf vanuit dat zij vóór 1 januari 2023 hun aandelen overdragen waardoor zij niet meer in Russisch eigendom zijn en daarmee in ieder geval niet meer onder het sanctiepakket vallen. Of dit een realistische verwachting is van Gazprom, is voor OVEF (Coöperatie Openbare Verlichting en Energie Fryslân) niet te beoordelen.
Friese overheden stonden voor de keuze om het Gazprom contract voort te zetten of om per 10 oktober over te gaan op het zelflevermodel. Op vrijdag 16 september is er een ingelaste ALV van OVEF geweest. In dit overleg is de leden van de ALV gevraagd om een keuze te maken tussen het voortzetten van het contract met Gazprom of per 10 oktober over te gaan op zelflevering.
Wanneer er per 10 oktober overgaan wordt op het zelflevermodel zorgt dat in 2022 en 2023 voor ca. 9 miljoen euro aan extra kosten voor alle OVEF leden samen. Stap voor stap gaan Friese gemeenten dan over op duurzaam opgewekt gas. Dit kan vanaf 2025. Tot die tijd koopt OVEF met behulp van Greenchoice Noors gas in voor haar leden. Er is dan geen contract meer met Rusland.
Bij voortzetten van het huidige contract blijft de voordelige prijs van gas behouden. Daarnaast kan Gazprom het gas dan niet met veel winst ergens anders verkopen (voor 2022 is al het gas voor € 50 per MWh ingekocht, voor 2023 is nu de helft van het volume ingekocht voor € 70 per MWh, de huidige marktprijs ligt rond de € 200 per MWh en fluctueert heel erg). Friese overheden blijven in deze situatie Russisch gas kopen. Dit betekent dat er een geldstroom van Fryslân naar Rusland blijft bestaan. De opbrengsten voor Rusland zijn wel substantieel (€ 9 miljoen) lager dan wanneer het Gazprom contract wordt ontbonden.
Op basis van de toelichting en de onderliggende stukken heeft de ALV van OVEF besloten om het contract met Gazprom te willen voortzetten, initieel tot 1 januari 2023 en indien mogelijk tot januari 2024. Dit is afhankelijk van de ontheffing van het vijfde sanctiepakket die wordt verleend door de minister van Klimaat en Energie aan OVEF. Ondanks de langere verbondenheid aan Russisch gas vinden de leden van de OVEF dat we hogere kosten voor de samenleving moeten voorkomen en willen ze Gazprom niet de kans geven om het gas met meer winst te verkopen. Ook bij het zelflevermodel kan er pas per 2025 overgestapt worden op volledig duurzaam gas van Friese bodem. In de tussentijd zou ook hier nog steeds gebruik worden gemaakt van aardgas, alleen dan van Noorse oorsprong.
Ook al is er nog veel onduidelijk ten aanzien van het begrotingsjaar 2023, wel is duidelijk dat er op enig moment de (hogere) prijs bepaald moet worden voor het nog niet vastgeklikte deel van het gas (en elektriciteit inkoop). Dit betekent dat het budget voor 2023 verhoogd moet worden. Indicatief zijn hier enkele tonnen mee gemoeid en de begroting voor 2023 zal moeten worden aangepast.
De inkoop van energie kent op dit moment grote onzekerheden wat betreft de beschikbare budgetten. Het is erg ingewikkeld een juiste inschatting te maken over de prijzen van energie. De prijzen fluctueren enorm en er is veel onzekerheid over het prijspeil van energie voor zowel de korte als de lange termijn. De nadelige effecten zullen het grootst zijn als er met een nieuwe contractpartner in zee wordt gegaan.
Per saldo blijkt het erg lastig om nu al een goede inschatting te maken van de financiële effecten voor 2023. Het wel of niet doorgaan met het huidige contract voor 2023 zal heel veel invloed hebben op het uiteindelijke financiële effect. In de begroting is mede op basis van de vergadering OVEF van 16 september jl. vooralsnog rekening gehouden met een extra nadelig financieel effect van € 172.000 in 2023.
Afspraken kade- en oeverbeheer in Fryslân
Langs de diverse Friese vaarwegen liggen vele kilometers aan oevers. In 2014 heeft de Provincie Fryslân ervoor gekozen om eerst de prioriteit te leggen bij de toedeling en het beheer van de vaarwegen, maar wel met de intentie om als vervolg hierop het oeverbeheer toe te wijzen. Om ook op het vlak van het beheer van de oevers tot goede afspraken te komen, gaf Provinciale Staten in 2018 opdracht om vier varianten uit te werken. De basis daarvoor was de door de provincie Fryslân vastgestelde startnotitie “Oeverbeheer vaarwegen” van 25 april 2018. Op 29-09-2020 heeft het college besloten om in te stemmen met de voorkeursvariant van de stuurgroep “Oevers vaarwegen”, de variant 5 (praktisch functionele benadering), met een kanttekening voor het instellen van een oeverfonds omdat de precieze inhoud en vorm op dat moment nog onduidelijk was. Op 20-10-2020 is een memo met bijbehorende stukken van het college verstuurd aan de raad (via de LIS).
Tijdens het inhoudelijk uitwerken van de voorkeursvariant in 2021/2022 is gebleken dat er een aantal onderdelen zijn waar betrokken partijen op verschillende wijze naar kijken en invulling aan geven. Inmiddels is onder regie van de provincie Fryslân de verdere uitwerking afgerond. Onder andere de reikwijdte en invulling van het oeverfonds is verdiept uitgewerkt in een aantal varianten. Ambtelijk is hierover geen consensus bereikt, gemeenten en provincie opteren een andere voorkeursvariant (vergoeding over areaal van 365 km) als het wetterskip Fryslân (vergoeding over areaal van 843 km). Betrokken partijen (o.a. gemeenten en wetterskip Fryslân) kunnen bestuurlijk hun standpunt/advies aan Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân meedelen, welke deze vervolgens kunnen wegen in de besluitvorming (volgens huidige planning van de provincie november/december 2022).
Definitieve besluitvorming over de toedeling van het kade- en oeverbeheer door Provinciale Staten, als regievoerder en vanuit hun wettelijke basis, wordt verwacht in januari 2023. Onder andere het besluit om de toedeling inspraakrijp te maken is hier onderdeel van.
Hierna zijn de technische en financiële consequenties voor onze gemeente duidelijk en kan de vertaling hiervan meegenomen worden in de begroting (ingaande vanaf 2024). De eerder in de memo aan de raad (LIS van 20-10-2020) aangegeven bandbreedte van de mogelijke financiële gevolgen bij deelname aan het oeverfonds blijven vooralsnog gehandhaafd. Deze worden ingeschat op een bedrag variërend van €19.000,00 tot € 50.000,00 aan jaarlijkse structurele kosten.
MFC Twijzelerheide
De second opinion naar de haalbaarheid van een MFA in Twijzelerheide is uitgevoerd en verwerkt in een rapport. Er zijn verschillende varianten beoordeeld en het draagvlak onder de inwoners en omwonenden is onderzocht. Binnenkort kan de raad het voorstel hiervan tegemoet zien en wordt de raad om besluitvorming gevraagd. De verdere uitwerking van deze plannen kunnen financiële consequenties met zich meedragen voor de meerjarenbegroting vanaf 2025.
Verplaatsen sportvelden Surhuisterveen
Het college zet in op een betere benutting en ontsluiting van het bedrijventerrein Lauwerskwartier in Surhuisterveen, gelijktijdige ontwikkeling van woningbouw en het bieden van voldoende perspectief om de sportbeoefening de benodigde ruimte te geven met beoogde verplaatsing van de sportvelden. Met de korfbal is overleg over de invulling van de korfbal op het bestaande terrein in Vierstromenland. Daarnaast heeft er inmiddels een locatieonderzoek plaatsgevonden voor de verplaatsing van de huidige voetbalvelden binnen Surhuisterveen. Een voorstel ten aanzien van het verplaatsen van de korfbal in Surhuisterveen is gepland voor behandeling in de raad in het 4e kwartaal van 2022 en een voorstel ten aanzien van het verplaatsen van de voetbalvelden zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2023 aan de raad worden aangeboden.
Voorbereiden actualisatie Bodemkwaliteitskaart
De huidige vigerende bodemkwaliteitskaart is op 16 oktober 2018 vastgesteld door het college en dient iedere vijf jaar te worden geactualiseerd. De vigerende bodemkwaliteitskaart en de bijbehorende Nota bodembeheer 2018 zijn in samenwerking met 11 gemeenten (bodembeheersgebied) onder regie van de Fumo opgesteld. De voorbereiding voor een gezamenlijke nieuwe bodemkwaliteitskaart zal naar verwachting in de tweede helft van 2022 van start gaan.
Net als de vigerende bodemkwaliteitskaart wordt weer gestreefd naar een gezamenlijke invulling van de actualisatie. Dit betekent dat de kosten worden verdeeld over de gemeenten die momenteel deel uitmaken van hetzelfde bodembeheersgebied van de bodemkwaliteitskaart. De verwachting is dat de kosten kunnen worden gedekt uit het huidige budget 'bouwstoffenbesluit'. De kosten voor deze voorbereiding zijn echter nog niet bekend.
Omgevingswet
Inwerkingtreding en transitie
De invoering van de Omgevingswet is inmiddels al diverse keren uitgesteld. Ook bij het opstellen van deze begroting is het nog steeds onzeker of de herziene ingangsdatum van 1 januari 2023 wordt gehaald. De wet beoogt modernisering, bundeling en vereenvoudiging van wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving. Met als basis een goede balans tussen het benutten en beschermen van onze leefomgeving. De Omgevingswet brengt een omvangrijke transitieopgave met zich mee. Deze transitie loopt ook na de inwerkingtreding nog door tot in ieder geval 2030. Het jaar 2023 staat in het teken van doorontwikkeling. Het opdoen van kennis en ervaring in de praktijk en het verder uitwerken en/of bijstellen van onze systemen, informatievoorzieningen, werkprocessen en beleidscyclus, om op deze wijze onze dienstverlening optimaal uit te blijven voeren. Daarbij geven we ook verder vorm aan ons participatiebeleid, één van de pijlers uit de Omgevingswet. Ook starten we met het vormgeven van het omgevingsplan aan de hand van een in 2022 ontwikkeld handboek en doorlopen pilot met een ontwikkelaar op het gebied van de Wet Kwaliteitsborging Bouwen. We passen ingaande 2023 onze organisatie aan op de Omgevingswet. Structurele effecten daarvan worden u middels een begrotingswijziging voorgelegd in 2023.
Het Rijk heeft aangekondigd de gemeenten tegemoet te komen in de transitiekosten Omgevingswet. In de septembercirculaire 2022 wordt helder welk extra bedrag de gemeente ontvangt vanuit de bestemde € 150 miljoen. Hiervan bekostigen we in eerste instantie - conform afspraak in de begrotingswijziging van april 2022 - de extra inzet in 2022. Het eventueel resterende bedrag hebben we (onder meer door de vertraagde implementatie van het Digitaal Stelsel Omgevingswet) naar verwachting nodig om de uitvoering vorm te kunnen geven. Dit zullen we via de overlopende posten in de begroting 2023 duiden.
Verschuiving taken naar Fumo
Uit de Omgevingswet volgt dat we een belangrijk deel van onze taken op gebied van Milieu (vergunningen, toezicht en handhaving) over moeten dragen aan de Omgevingsdienst, de Fumo. Daarnaast onderzoeken we of het wenselijk is om op andere taakvelden ook taken naar de Fumo over te hevelen vanwege o.a. kwetsbaarheid en kwaliteit. In de loop van 2023 volgt hiertoe een voorstel. De financiële gevolgen zijn nog niet helder. Wat we wel weten is dat de uitvoering door de Fumo doorgaans duurder is dan wanneer we het zelf doen.
Wonen
Vorig jaar is extra budget beschikbaar gesteld voor de jaren 2022 en 2023 om ons ambitieus woningbouwprogramma te realiseren. Vanuit het Rijk wordt er, via de Nationale Woon- en Bouwagenda, de komende jaren ook extra ingezet om het aantal nieuwe woningen te vergroten met het oog op de vraag vanuit de samenleving. Op deze manier trekt het Rijk de regie naar zich toe. De minister benadrukt in de Nationale Woonen Bouwagenda met name de bouw van betaalbare woningen welke een substantieel bestandsdeel vormen van deze agenda. Speciale aandacht hierbij is er voor het toegankelijk houden voor de woningmarkt voor met name starters op de woningmarkt.
De woningmarktmonitor laat in Achtkarspelen een groei zien van het aantal huishoudens meer dan het aantal inwoners. Op dit moment zitten er voldoende plannen in de pijplijn, die ontwikkeld kunnen worden naast de harde plancapaciteit en de plannen die in procedure zijn. We willen deze lijn voortzetten en blijven oog houden voor toevoeging van betaalbare huur en koop, voor het stimuleren van doorstroming waardoor de bestaande woningen toekomstbestendig en duurzamer worden, voor spreiding over de gemeenten en voor het toevoegen van plannen met kwaliteit en meerwaarde. Voor specifieke doelgroepen, zoals starters en statushouders, is de komende tijd meer aandacht nodig.
Duurzaamheid, transitievisie warmte c.a.
Invoering Energieloket n.a.v. vaststelling Transitievisie Warmte, de duurzaamheidsagenda en ANNO II
Vanuit de Transitievisie Warmte neemt het energieloket een belangrijke plek in voor de dienstverlening naar burger en bedrijf. Deze kunnen met duurzaamheidsvragen bij dit loket terecht. Het loket deelt zoveel als mogelijk is, informatie via website en bijvoorbeeld nieuwsbrieven, organiseert energiemarkten, ondersteunt projectmatige aanpakken, biedt producten aan zoals quick scans en andere energiebesparende maatregelen.
In 2022 starten we met de evaluatie van het Energieloket en worden er vervolgacties bepaald over hoe we invulling willen geven aan de taken die voortvloeien uit de Duurzaamheidsagenda en de Transitievisie Warmte. Deze aanvullende formatie wordt alleen ingevuld als er vanuit het Rijk voldoende middelen beschikbaar komen voor de uitvoering van de Transitievisie Warmte.
Opstellen Warmte Uitvoering Programma's verdere verkenning Transitievisie Warmte
Voor de uitvoering van de Transitievisie warmte moeten Wijk Uitvoeringsplannen worden gemaakt. In samenspraak met de dorpen zullen concrete plannen worden gemaakt en uitgevoerd om de dorpen, in fasen, uiteindelijk aardgasvrij te maken. Hier zijn projectleiders voor nodig om samen met de dorpen en een integraal gemeentelijk projectteam aan de slag te gaan. In 2022 hebben wij een eerste verkenning uitgevoerd naar de benodigde (formatieve) invulling. Daarbij is en wordt ook gekeken naar de mogelijkheid om op dit gebied regionaal of provinciaal samen te werken. Vooralsnog kunnen wij hier echter verder nog geen invulling aan geven, omdat er vanuit het Rijk nog niet voldoende middelen beschikbaar zijn gekomen voor de uitvoering van de Transitievisie Warmte. Zodra dit wel het geval is, komen we hier op terug bij de raad.
Kwaliteitscriteria Energiebesparing en Duurzaamheid, toezichtsprogramma bedrijven
Binnen de Kwaliteitscriteria is een nieuwe (wettelijke) taak geformuleerd en deze vraagt om uitbreiding van de formatie. Eerder is hiervoor 0,05 fte aan de formatie toegevoegd. Dit blijkt te weinig om de taak uit te kunnen voeren. We hebben in totaal 0,15 fte nodig. Wij zijn voornemens voor te stellen de formatie uit te breiden met 0,10 fte zodat wij onze taak kunnen uitvoeren. De beoogde capaciteitsinvulling vindt alleen plaats als er via het Rijk voldoende uitvoeringsmiddelen vanuit het klimaatbeleid beschikbaar komen.
Toezicht en handhaving
De gemeente is wettelijk verplicht om toezicht te houden op gastouderopvang. De GGD voert dit toezicht voor ons uit. Momenteel wordt 10% van de gastouderopvang gecontroleerd. De gemeente is wettelijk verplicht om dit percentage per 2023 op te hogen naar 50%. Dit levert zowel een hogere kostenpost op voor wat betreft de dienstverlening van de GGD als een extra administratieve en juridische last binnen de eenheid Toezicht & Handhaving. Deze extra kosten worden geschat op € 21.000 jaarlijkse kosten inspecties door GGD, € 16.500 jaarlijkse kosten voor de eenheid Toezicht & Handhaving. De compensatie die wij hiervoor vanuit het rijk ontvangen is ruimschoots onvoldoende om deze extra kosten te dekken. Dit betekent dat wij deze wettelijke taak niet uit kunnen voeren en in gebreke blijven.
Bijstelling investeringskredieten en kapitaallasten
Om het afgesproken kwaliteitsniveau conform de nota kapitaalgoederen 2022-2026 na te leven is het noodzakelijk dat de geplande investeringen in de kapitaalgoederen worden uitgevoerd. De huidige marktontwikkelingen hebben ertoe geleid dat de huidige investeringskredieten onvoldoende zijn om deze werkzaamheden uit te kunnen voeren. Daarom is bijstelling nodig van de investeringskredieten zoals weergegeven in de onderstaande tabel. Deze prijsstijging wordt grotendeels opgevangen door de vergoeding van prijs- en loonontwikkeling in de meicirculaire. De effecten hiervan op de kapitaallasten zijn financieel in deze voorliggende begroting verwerkt.
Aanpassen kredieten als gevolg van hogere inflatie:
Kredieten in de categorie |
Huidige begroting |
Aangepaste begroting |
Mutatie |
Extra kapitaallast |
Voertuigen |
50.000 |
60.000 |
10.000 |
1.300 |
Wegen en bruggen |
2.354.947 |
2.577.431 |
222.484 |
6.176 |
Kruidhof * |
370.000 |
590.000 |
220.000 |
7.100 |
Recreatieve fietspaden |
385.000 |
400.000 |
15.000 |
575 |
Totaal |
3.159.947 |
3.627.431 |
467.484 |
15.151 |
* Inclusief een verhoging van € 100.000 als gevolg van het niet doorgaan van de subsidie, zoals destijds beschreven in het raadsvoorstel