De uitgangspunten van ons legesbeleid worden expliciet opgenomen in deze paragraaf. Door het eenduidig opnemen van informatie over tarieven en heffingen in de verschillende jaarstukken en het daarbij verstrekken van inzicht in de mate van kostendekkendheid op hoofdlijnen krijgt de raad sturingsmogelijkheden aangereikt. Zo kan de raad op een verantwoorde wijze keuzes maken ten aanzien van de gewenste en benodigde hoogte van tarieven c.a.
Basis van het beleid
Per 1 januari 1994 zijn de (huidige) Gemeentewet en de wet Materiële belastingbepalingen van kracht geworden. De huidige legesverordening kent nog steeds zijn basis vanuit deze wetswijziging. Bij de jaarlijkse vaststelling van deze verordening is telkens vanuit deze kaders verder gewerkt.
Uitgangspunten van beleid voor deze begroting
Bij het samenstellen van de begroting 2024 en de meerjarenraming is op grond van de kaderbrief van december 2022, de Kadernota 2024 - 2027 (voorjaar 2023) en de nadere kaderstelling voor de begroting 2024 en verder rekening gehouden met de volgende uitgangspunten:
- Verhoging van de totale OZB opbrengst met een nominale verhoging van 2,5% voor 2024 ten opzichte van 2023.
- De afvalstoffenheffing stijgt voor de meerpersoonshuishouden en eenpersoonshuishoudens met respectievelijk 1,73% en 1,86%. Per saldo leiden al deze ontwikkelingen tot een beperkte stijging van de afvalstoffenheffing van respectievelijk € 4,80 en € 3,60 per huishouden per jaar.
- Voor de rioolheffing stellen wij voor om de tarieven conform de uitgangspunten van het vastgestelde vGRP vast te stellen zodat een kostendekkend tarief gehanteerd wordt. Dit leidt tot een beperkte stijging van € 2,40 voor huurders en € 3,60 voor eigenaren per jaar . Verderop in deze paragraaf Lokale heffingen vindt u hierover een nadere toelichting.
- Verhoging overige tarieven daar waar mogelijk met een beperkte inflatiecorrectie van 2,5%.